Vanmorgen zijn we vol goede moed vertrokken richting de cassemance. De weg ernaar toe is een asfalt weg dus dat schoot lekker op. Na 25 kilometer werd het in ene snel slechter en zaten er stevige potholes in de weg. Helaas zagen wij hem iets te laat en knalden we er met een stevige snelheid doorheen.
KNAL!!!
Dat was dus niet handig, het chasis stond op de wielen. Hmmm, dat was niet goed. We wisten toen nog niet wat er precies aan de hand was, maar dat het foute boel was was wel duidelijk. Achteras gebroken? Veren doormidden? De eerste vrachtwagen die langs komt rijden houden we aan om te vragen of hij wil helpen. Hij stapt uit, kijkt naar de vrachtauto en kruipt er gelijk onder. We weten nog steeds niet wat er mis is, maar hij lijkt te weten wat hij doet.
Er worden krikken gehaald en de boel gaat weer omhoog. Het blijkt dat de veren gebroken zijn. Geen gewone veren, maar veren voor een vrachtwagen. Ongeveer anderhalve meter lang, 10 centimeter breed en twee centimeter dikke staalplaten!!!! Met een letterlijke houtje touwtje oplossing wordt het geheel gerepareerd (er is een blok hout tussen de veren en het chassis gezet), omkeren en weer terug naar Tambacounda is het advies. We rijden stapvoets de 25 kilometer terug die we gevorderd waren en arriveren om 14.30 uur bij de garage.
Al snel liggen ze met z'n elven onder de truck. Het kost ze wel een aantal uren, maar uiteindelijk wordt alles weer gerepareerd. Gedurende deze uren gaat de onderhandeling over de prijs continu door. Uiteindelijk schikken we op 60 euro, een hoop geld voor hier, maar ach 4 uur werk voor 11 monteurs en 2 lassers valt toch ook wel weer mee.
We melden ons wederom bij de receptie van het Oasis hotel (voor de derde keer) en schrijven onder de naam Heintje Davids. Om de ellende van de dag te vergeten (en het gebrek aan voorraad) gaan we weer heerlijk uiteten in het restaurant.
Vandaag dan een nieuwe poging om Tambacounda te verlaten. Eerst nog even naar de mecanicien om het spatbord vast te laten zetten. Dit was gisteren door het vallen van de avond niet meer gelukt. Op z'n Afrikaans zijn er natuurlijk nog geen voorbereidingen getroffen en wordt pas op het moment dat we arriveren de mecanicien opgetrommeld, wordt de maat genomen van de afstand van de schroeven en een metalen plaatje gefabriceerd. Uiteindelijke montage van het geheel duurt slechts een kwartier. Eindresultaat: wij wachten anderhalf uur voordat het geregeld is en gaan dan op pad.
Zoals we gisteren al gemerkt hadden is de weg richting Kolda zeer slecht. En met de ervaring van gisteren pakken we het nu ook een stuk voorzichtiger aan. Hierdoor schiet het echter niet echt op. Maar dan: schitterend asfalt. Mooie witte lijnen, geen kuilen. Zijn we toch nog op een redelijk tijd in Kolda! Daan zet gelijk muziek op. We hoeven niet meer zo geconcentreerd te rijden en op de geluiden van de auto te letten. De Carpenters, we brullen mee "Yesterday, once more .....". Helaas de pret eindigt met een half uurtje. De weg wordt weer hetzelfde drama als wat we al eerder hebben meegemaakt. Al met al staan we met zo'n 6 uur rijden ongeveer 230 kilometer verder.
Onderweg merken we dat het landschap groener wordt, er is meer water en minder stof. Ook is drukker. Niet wat verkeer betreft (je ziet bijna geen auto), maar wel wat overstekend 'wild'. We zien onder andere eekhoorns en apen die ruim voor de truck nog even snel oversteken.
In Kolda staan we bij een mooi hotel met zwembad dus dat is weer genieten. We komen nu langzamerhand steeds dichter bij de kust, maar helaas is daar weinig van te merken. De invloed van een zeeklimaat is nog niet voelbaar. Om half tien 's avonds is het 34.1 graden celsius. En dat is ook hier gewoon 'f..... hot'.
Rustig opgestaan en alles klaargemaakt voor een nieuwe reisdag. We vertrekken om 10 uur. Het eerste uur gaat het nog best redelijk. Met een snelheid van ongeveer 60 kilometer per uur gaan we richting Ziquinchor. Maar dan wordt het minder. De weg wordt de slechtste weg die we tot nu toe zijn tegengekomen in Afrika. We vallen terug naar 10 kilometer per uur. Er zitten stukken tussen waar de stukken asfalt eilanden in een oceaan van gaten zijn.
Om elf uur rijden we een dorp binnen waar we stuiten op een menigte met daaronder iemand uitgedost in rode slierten en één met bruin boom schors. Allebei voorzien van twee macheten. Uiteraard, dit is Afrika. De menigte viert echter duidelijk feest, dus Martijn wil er wel meer van weten en stapt uit. Dit tot grote hilariteit van de menigte.
Er wordt getrommeld en gedanst en wij lopen met het zich verplaatsende feest mee. Martijn vraagt nog wat de reden van het feest is en verstaat in eerste instatie iets van 'constitution' en denkt aan het vieren van de onafhankelijkheid. Hugo is in eerste instantie wat bang, maar raakt daar toch wel snel over heen. Tot groot verplezier van de mensen doen Daan en Hugo enthousiast mee.
Het blijkt voor ons westerlingen toch een wat mindere reden voor een feest. Een groep van 50 jongens is tweeënhalve maand in het bos geweest en maken vandaag de overgang mee van kind naar volwassen. De reden voor het feest komt bij herhaling toch beter over en blijkt 'circumcision' te zijn, oftewel besnijdenis.
Kijk je toch heel anders aan tegen die groep van 50 kinderen die op de grond zitten en waarbij de de besnijdenis bij het begin van hun verblijf in het bos is uitgevoerd. De kinderen hebben 2,5 maand in afzondering het bos geleefd om te herstellen van hun ingreep. Het feest duurt drie dagen, waarbij rituele dansen worden uitgevoerd door zo ongeveer het gehele dorp om de jongens extra kracht te geven. Al met al een zeer bijzondere ervaring!!!!!
We worden uitgenodigd om een meer van het feest mee te maken, maar we besluiten toch om in ieder geval nog verder te gaan richting Ziquinchor. Onze laisser-passer voor de auto is immers maar voor 10 dagen geldig. Tegen die tijd moeten we Gambia ingetrokken zijn.
Het landschap wordt steeds groener en mooier. Om 1 uur is Martijn kapot van dat gekruip over en getuur naar de gatenkaas die ze hier een weg noemen. We stoppen voor de lunch en Martijn doet even de ogen dicht. Het is duidelijk: we gaan "Ziquinchor" niet redden. We zullen in totaal 140 kilometer afleggen in ongeveer vijfenhalf uur.
Aangezien voor de casamance een negatief reisadvies van het ministerie van Buitenlandse zaken geldt, lijkt het ons niet verstandig om een bushcamp te doen. Om kwart over vijf is er Daan er op gebrand om een plek te vinden. We stoppen in een dorp bij tegenover een redelijke grote 'compound'. Er wordt gezwaaid en 'bon soir' gewenst. Dit is voor ons gelijk een mooie aanleiding om naar de overkant te gaan en uit te leggen dat we moe zijn en Ziquinchor nooit meer voor het donker gaan redden en graag naast hun 'compound' zouden willen overnachten. De eerste en zeer snelle reactie is een vriendelijk en beslist: natuurlijk! De camper wordt verplaatst en als we uitstappen krijgen we gelijk stoelen aangeboden. Een hartverwarmende gastvrijheid!!
Binnen de korste keren is het een drukste van jawelste bij ons. Daan gaat op een gegeven moment met Hugo een Nederlands liedje zingen. Daarna zijn de kinderen aan de beurt. Eerst veel hilariteit, maar daarna wordt het volkslied van Senegal ingezet, afgesloten met veel geklap en gejuich.
Het eten verloopt rustig. Na een verzoek aan een dame met duidelijk overwicht maakt zij de kinderen duidelijk dat het tijd is om wat meer afstand te nemen. Vandaag weer twee bijzondere ervaringen opgedaan. Tijd om te gaan slapen om toch morgen eindelijk Cap Skirring te gaan bereiken en ons even te goed te doen aan het toeristische!