's Ochtends om 8 uur staan wij vol optimisme op de bestelde taxi te wachten. Helaas ..... dit is Afrika. Om 20 over 8 gaan wij al vast richting het dorp lopen, nadat we de barman (die de taxi heeft besteld) hebben medegedeeld dat de taxi ons vast wel kan vinden op die door Ghanezen bevolkte weg. De taxi zag ons al op zijn heenweg en gokte goed. We stapten in een oude taxi met een barst in de voorruit en vervolgens ging het met (te) hoge snelheid richting Kumasi, de twee stad van het land (anderhalf miljoen inwoners). Wat een gekkenhuis.
We laten ons afzetten op de grote markt van Kumasi. Het is er veel drukker en chaotischer dan de markt van Tema. Hierdoor kan Hugo niet lekker los lopen, zonder het risico dat wij hem kwijt raken of dat hij onder de voet wordt gelopen. Na een uur zijn we wel klaar op de markt en lopen we wat meer richting het centrum. Kumasi blijkt niet zo heel veel te bieden te hebben en dat is jammer. De taxi (heen en terug) kost toch zo'n 27 euro. Naar Europese normen niet gek voor in totaal anderhalf uur taxi, maar toch ...... zonde van de tijd en het geld.
Vandaag is het tijd om weer iets verder naar het Noorden te trekken via Kumasi naar Baobeng monkey sanctuary. Eerst nog snel even wat water innemen aangezien we daar bijna door heen waren. Hhmmmmm, laat het snel er maar af. We duwen de tanks te vol, omdat we schuin staan en de sensoren in dit geval aan de verkeerde kant zit ;-(. Het resultaat is een waterballet. Leerzaam voor de volgende keer, maar niet echt fijn 's ochtends vroeg.
In Kumasi gaan we eerst op zoek naar een nieuwe buitenspiegel. Martijn had een paar dagen eerder bij het verstellen van de spiegel tijdens het rijden (do not do this at home) de spiegel stukgedrukt. We parkeren de truck bij een tankstation tegenover een modern uitziende Renault-garage. Terwijl Martijn informeert naar de kosten van de spiegel, vraagt Daan bij het tankstation hoe we het snelst om Kumasi heen kunnen komen, aangezien de stad berucht is om zijn verkeer. De Renault-garage heeft alleen de modernste vrachtwagenspiegels en deze kosten 300 euro. De charmante Italiaanse manager raadt Martijn aan om naar het Noorden van Kumasi te gaan. Daar is een hele stadswijk, Suame, met alleen maar autoonderdelen. Daar zou ik voor een fractie van de prijs een andere spiegel kunnen kopen.
In no-time staan er zes Ghanese mannen om Daan heen. Druk te discussiëren over waar we zijn op de kaart. Terwijl de heren met elkaar bezig zijn, komt er een Nederlandse dame en ze vraag of ze kan helpen. Het blijkt Harmien te zijn die sinds anderhalf jaar bij "Osei Tutu II: Institute for Advanced ICT studies" werkt. Ze nodigt ons uit voor een kop koffie. Het is zeer gezellig en de koffie loopt door in een heerlijke lunch bij Harmien thuis. Een bijzondere ontmoeting in den vreemde.
Om twee uur nemen wij afscheid van Harmien en storten wij ons in het verkeer van Kumasi. Door de goede uitleg van de Italiaan en Harmien komen we feilloos bij Suame. Daar wordt niet voor het eerst (en waarschijnlijk ook niet voor het laatst) en beroep gedaan op het vertrouwen in de mensheid. Martijn vraagt bij een stand met een aantal spiegels of de eigenaar (?) een nieuwe spiegel heeft voor de truck. Na wat onderhandelen geeft hij aan dat hij het kan regelen, maar dat hij wel al geld nodig heeft om de spiegel ergens (waar dan?) te gaan halen. Martijn geeft hem 25 cedi (15 euro) en de man sprint er vandoor. De bemoedigende bijdragen van Daan in het geheel: ach als hij niet terug komt is het in ieder geval een leuke post. Daar kan Martijn het mee doen.
Maar zoals tot nu toe steeds gebruikelijk is, zijn Ghanezen betrouwbaar en even later komt de man terug met een veeeeeel betere spiegel dan degene die er op zat. Hij monteert de spiegel wordt hartelijk door ons bedankt en we gaan verder richting Baobeng. Door het oponthoud van de spiegel en het verkeer van Kumasi gaan we Baobeng niet redden voor het donker. We mikken op Techiman. Helaas, er is een omleiding waardoor we waarschijnlijk door een klein gedeelte van Techiman komen en we zien geen Guest house of iets dergelijks. Voor we het weten zijn we Techiman al weer uit. Ons enige volgende optie voordat het donker wordt is Nkoranza.
In Nkoranza is een centrum waar geestelijke gehandicapte Ghanezen worden opgevangen. Het centrum is opgericht door een Nederlandse dokter. Het is net donker als wij het terrein opdraaien. De bocht is echter zo krap dat de truck tegen de poort aanschuurt. Met wat bloed, zweet en tranen en de hulp van de 2 poortwachters lukt het uiteindelijk wel.
Onze binnenkomst blijft niet onopgemerkt door de bewoners. En het feit dat ze binnen mogen kijken gaat als een lopend vuurtje op de compound. Binnen een half uur hebben alle dertig kinderen en een flink deel van de begeleiders inclusief de 82-jarige vader Peter de camper gezien. De vader is al vijftig als missionaris in Ghana en viert morgen zijn drie-en-tachtigste verjaardag. Wederom een bijzondere ontmoeting. Er wordt gelachen en gedanst in de camper en dat met toch zeker 15 man binnen. Een drukte van belang, maar wel erg gezellig. De kinderen willen alles zien en zijn vooral enthousiast over de keuken en het feit dat er muziek in de camper is.
Tegen de tijd dat iedereen de camper heeft gezien en verlaten gaan wij in het restaurant kijken of we nog kunnen koken. Het regent een beetje en het is nog echt te warm om binnen te koken. Helaas het restauant is al dicht :-( De dame in de keuken is echter wel bereid om nog iets voor ons klaar te maken als wij bereid zijn hier op te wachten. Ze maakt een heerlijke visschotel met rijst, waar wij een half uur later aan kunnen beginnen. Intussen heben wij nog een aantal rondleidingen door de camper gegeven en lusten wij wel wat te eten.
De volgende ochtend blijkt dat toch nog niet iedereen de camper heeft gezien. Er staan al weer een aantal kinderen te wachten bij de deur. We laten de camper zien en sluiten dan af om wat van de omgeving te bekijken. Al snel is Hugo bij het bekijken van de omgeving gericht op het zwembad. We ontmoeten een Nederlandse vrijwilliger die net is gestart, zij geeft ons een rondleiding door het centrum.
Het raakt ons om te zien hoe ze hier met de kinderen omgaan. Bob en Ineke (de oprichters) hebben werkelijk iets bijzonders neergezet met 'Hand in Hand'. Hugo levert zijn bijdrage in de vorm van een tekening voor de slinger.
Om twee uur vertrekken wij richting Baobeng, the monkey sanctuary. De weg er naartoe is vrij rampzalig. De vorige dag heeft een hevige regenbui de weg goed verwoest. Op een stuk is zelfs de vraag of wij er overheen kunnen. Er zit een groot gat in weg en er zijn exact twee sporen waar we nog overheen zouden kunnen rijden. Martijn denkt dat het kan en gaat ervoor. Het kan ......
We gaan nog snel even naar het dorp waar de apen zich vertonen. De apen worden als heilig beschouwd in het dorp. Er zijn twee soorten die voorkomen: de mona-apen (klein bruine apen) en zwart-witte apen. De mona-apen tonen zich vrij gemakkelijk: zij genieten van bananen en pinda's, de anderen zijn wat voorzichtiger en krijgen we slecht te zien.